Een column die ik een aantal jaren geleden publiceerde op de website over erfgoed Platform VOER, waar ik columnist was. Over stedenbouwkundig erfgoed in de Amsterdamse Tuinsteden. Nog steeds actueel, heb ik zo het gevoel.

Als Wim had mogen Kiezen

Pisnijdig was Vincent van Rossum over het feit dat prachtige voorbeelden van naoorlogse architectuur op de slooplijst stonden. In 2003 schreef ik voor Volkskrant Magazine een artikel over de dreigende sloop van wederopbouwarchitectuur in de Westelijke Tuinsteden van Amsterdam. Aan de vooravond van deze stedelijke vernieuwingsoperatie had Van Rossem’s Bureau Monumentenzorg als waarschuwing een boekje uitgebracht, getiteld Pareltjes van Nieuw West. Schande dat er zo lichtzinnig werd omgesprongen met dit erfgoed, vond de architectuurhistoricus: ook in de grachtengordel stonden de meest slechte en gehorige huizen, maar daar hoorde je die bestuurders nooit over.

Bedreigde pareltjes waren bijvoorbeeld de Aireywoningen, systeembouwwoningen met betonnen prefab-elementen, die in de wederopbouwtijd op grote schaal werden neergezet, vooral in Amsterdam. Ik interviewde bewoners van een van de blokken aan de Comeniusstraat: wat vonden zij eigenlijk van het feit dat hun woningen waren aangemerkt als pareltjes? Deze duplexwoningen met hun sobere grijze uitstraling en achterstallig onderhoud waren niet het summum van gezellige huiselijkheid. De esthetiek kon de bewoners inderdaad niet veel schelen, wel vonden ze het hoog tijd dat er iets aan hun woning gebeurde. ‘Kijk’, zei ene Wim vanaf zijn balkonnetje, terwijl hij plastisch zijn vinger in een gat in de buitenmuur stak: ‘betonkanker.’

Inmiddels zijn we dertien jaar verder. De bedreigde Aireywoningen staan er nog; de sloopkogel is halverwege tot stilstand gebracht. Van de voorgenomen sloop van 13.000 woningen en de geplande bouw van 24.500 nieuwe woningen – destijds was de stedelijke vernieuwing in de Tuinsteden een van de grootste vernieuwingsopgaven ter wereld – is maar de helft gerealiseerd. Dat kwam deels door het uitblijven van de gewenste heilzame sociale effecten, maar vooral door het uitbreken van de kredietcrisis. Bureau Parkstad werd ontbonden en de corporaties kregen weer zelf de verantwoordelijkheid voor hun woningbezit. Voor woningen zoals die aan de Comeniusstraat werd de sloop uitgesteld, maar bleef renovatie uit. Waar wél gesloopt was, kwamen terreinen braak te liggen.

De tijden zijn veranderd en bouwkranen hebben het alweer druk. Goed nieuws: een deel van de Airey-woningen in Nieuw West – degene die er het slechtst aan toe waren – worden hoogwaardig gerenoveerd. Eigen Haard wilde de duplexwoningen aan de Burgemeester de Vlugtlaan eigenlijk slopen; tot twee keer toe kreeg ze een sloopvergunning. Maar na protesten van bewoners, erfgoedverenigingen en politici trok de corporatie vorig jaar de sloopplannen terug. De eerste helft van de woningen aan de De Vlugtlaan is nu aangepakt. Ze zijn gestript tot op het bot – ook de ‘betonkanker’ is weg. Kosten per woning: 85.000 euro. Dat is veel in vergelijking met sloop nieuwbouw.

Ik heb geen overzicht van de pareltjes die wel en niet gesneuveld zijn. Maar de meeste van degene die ik dertien jaar geleden beschreef, staan er nog. Even verderop ligt bijvoorbeeld het hoogbouwblok Sloterhof, eveneens sobere systeembouw. Daar sprak ik destijds een jong stel dat er net was ingetrokken. Trots lieten ze hun maisonette zien, met de slaapverdieping onder en de woonverdieping boven, wat bijzonder is voor de jaren vijftig. En de oorspronkelijke details, zoals de stalen ramen die naar binnen open gingen en het ronde verstelbare spiegeltje in de badkamer. Het complex staat op de lijst met rijksmonumenten die zijn aangewezen in het kader van het Beschermingsprogramma Wederopbouw 1959-1965.

Zou iemand als Wim tevreden zijn als hetzelfde gebeurde met zijn woonblok? Alles nieuw, zelf de inrichting bepalen van je woning; sociale huur, maar wel maandelijks 600 tot 700 euro kwijt zijn? Geen A-label, maar wel zonnepanelen? Terecht zijn erfgoedprofessionals blij dat de Aireywoningen behouden zijn. Maar als Wim had mogen kiezen, had hij waarschijnlijk liever nieuwbouw gehad op precies dezelfde plek, met precies dezelfde huur als vroeger. Uiteindelijk is het de economische conjunctuur die bepaalt welke argumenten het zwaarst mogen wegen. Dit setje Airey-woningen ontglipte de dans voor een tweede keer, en zal in de etage met ‘bijzondere projecten’ van de corporatie terechtkomen. De vraag is wat er met de rest van de bijzondere wederopbouwarchitectuur in Nederland gebeurt – ze passen niet allemaal in de etalage.