Het bestaat echt; bullshitpapier, waarin keutels van Schotse hooglanders zijn verwerkt. Want van bijna alles kun je papier maken, als er maar vezels in zitten: keutels, asperges, eendenkroos en biet
Bullshitpapier
We staan met z’n vieren bij de washokken van camping Geversduin bij Casticum. Niet als kleumende najaarskampeerders, maar als aankomend ambachtelijk papiermakers. IJverig spoelen we onder de ijskoude kraan katoenen zakjes met plantenstelen uit. Als ik een zakje druivenranken openknoop zie ik een bruine, touwige brij.
Het ‘winnen van de vezel’, cruciaal voor het maken van papier, is een karwei waarover we niet lichtvaardig moeten denken. Arbeidsintensief is een woord dat opkomt. Vanochtend hebben de plantenzakjes met druivenranken, kiwiranken, akelei, anjers, prei, pioen en stokroos met wat soda urenlang staan koken in een metershoge roestvrijstalen pan. ‘Voor papier moet je sterke vezels hebben’, vertelt cursusleidster Marieke de Hoop (gebreid vest, kleurige sjaal). ‘Prei wordt een slijmerige bende, maar anjers zijn bijvoorbeeld fijn, die hebben een stevige steel.’ Ze plukt een brandnetel. ‘Kijk, de binnenste schil van de steel is te houterig; de beste vezel zit er net omheen.’ Medecursisten Franciska en Yvonne hebben zelf groenten meegenomen om te verwerken. Yvonne had rabarber uit eigen moestuin bij zich, maar helaas nét van het verkeerde deel, te weten de vezelarme bladeren.
Papierscheppen werd kort geleden erkend als nationaal cultureel erfgoed. De eerste papiermolens ontstonden op de Veluwe, vanwege het snelstromende water dat een voorwaarde was voor een zo wit mogelijke kleur. Later nam de Zaanstreek met zijn windmolens die koppositie over en in de zeventiende eeuw werd het papier van de Zaanstreek wereldberoemd. In beide streken zijn nog papiermolens te bezoeken, zoals de Middelste Molen in Loenen en De Schoolmeester in Westzaan. Soms zijn er workshops te volgen, maar daarbij blijft het meestal bij papier scheppen – niks vezels winnen. Papiermaakster De Hoop houdt echter van experimenteren. Naast de cursussen papiermaken op Geversduin reist ze met een reizend ‘PapierLab’ het land door om papier te maken van onverwachte grondstoffen. Met als een van de hoogtepunten bullshitpapier, waarin keutels van Schotse hooglanders zijn verwerkt.
In de halfronde werkruimte hangen voorbeelden aan de wand. Het is geen papier dat je snel als boodschappenlijstje gebruikt, beaamt de papiermaakster. ‘Het is gewoon af, je moet er niets meer mee doen.’ Ik blader door een voorbeeldenboek en zie exemplaren met grondstoffen als biet, aardappel, asperge, bloemkool en de mooiste: eentje met eendenkroos. Ze zijn teer en poëtisch, als abstract-expressionistische kunstwerken. Zo hebben we allemaal iets waar we op aanslaan. Medecursist Yvonne, in haar vrije tijd een toegewijd scrapboekjesmaker, wil zoveel mogelijk kennis opzuigen en legt dan ook elke stap vast met fototoestel en aantekenboekje. Franciska denkt het papiermaken te kunnen gebruiken in haar werk; ze organiseert creatieve projecten met jongeren.
Smoothie
Te grof materiaal, ogend als afgekloven botjes, moet weg. De Hoop gooit het ene na het andere potje met plantenvezels in de blender. De kom anjerpulp ziet er met z’n laag romige schuim uit als een gezonde smoothie. Dan komen de bakken met gemalen vodden op tafel; witte van t-shirts, blauwe van spijkerbroeken. Die heeft de cursusleidster thuis allemaal door ‘de Hollander’ gehaald, een soort tafelmodel watermolen. De voddenpulp zorgt voor stevigheid. ‘Losse, vezelloze fliebertjes van bloemen en planten gebruik je alleen als versiering’, zegt De Hoop. ‘Dat geldt ook voor de koeienpoep. Omdat een koe zoveel magen heeft, zijn alle vezels fijngemalen. Olifantenpoep is eigenlijk beter.’ Een ouder stel komt nieuwsgierig de ruimte binnen. ‘Goeiendendag, nee, er wordt nog geen papier geschept, we zijn nog aan het pulpen’, roept De Hoop boven de blender uit.
Pas aan het eind van de middag wordt de noeste arbeid beloond. Er staat een kringetje nieuwsgierige wandelaars om ons heen wanneer we de papierzeef voor het eerst in het water laten zakken. Ik giet er een uitgekiende combinatie van planten- en voddenpulp in, til de zeef uit het water en wals een bedje van hennep, paardenbloemen en druivenranken op een knalgeel vaatdoekje van de Action. We hebben de smaak snel te pakken: als een stel pannenkoekenbakkers vlijen we de ene na de andere creatie op de stapel naast ons. Daarna wordt alle papier in de handpers drooggeperst en, verpakt in gele doekjes en oude kranten, meegegeven naar huis.
Na een week maak ik de kranten open en laat ik mijn creaties aan mijn huisgenoten zien. Die zijn minder onder de indruk dan ik gehoopt had. Ik moet toegeven: de bobbelige papieren met sprietjes en pluisjes roepen, weliswaar platgewalst in mooie vierkantjes, associaties op met uitgekotste uilenballen. Dat geeft niet; de mooiste uilenbal van het stel lijst ik in. Niets meer aan doen.
Papiermakerij de Hoop, info@papiermakerijdehoop.nl. Cursussen Geversduin in voor- en najaar. www.papiermakerijdehoop.nl
www.facebook.com/papierlab
Trouw (Tijd), 30 november 2013