Door mijn artikelen voor het blad Management Kinderopvang kwam ik op het idee om een verhaal te schrijven voor de Volkskrant over deeltijdontslag. In de kinderopvangbranche is dat fenomeen dat de laatste tijd steeds vaker opduikt. Ik werd nieuwsgierig of dat ook elders speelde en belde rond naar uwv, hoogleraar, advocaten, vakbondsbestuurders. De berichten waren tegenstrijdig: volgens uwv en hoogleraar was het absoluut geen item. Maar de advocaten en vakbonden vertelden vanuit de praktijk een ander verhaal.

deeltijdontslag

Een bus van VDL, een van de bedrijven waar deeltijdontslag speelde

 

Halve baan beter dan geen baan?

Deeltijdontslag, veelal in de vorm van flink wat uren inleveren op basis van ‘gedwongen vrijwilligheid’, bestaat officieel niet. Toch komt het steeds vaker voor.

Deeltijdontslag bestaat niet, maar toch komt het geregeld voor dat werknemers ‘voor de helft’ ontslagen worden. Twee kinderopvangorganisaties hebben het afgelopen jaar deze methode gebruikt. Bussenbouwer VDL was er in een vergevorderd stadium mee en een aantal kleine ondernemingen regelen deeltijdontslag zelf, zonder bemoeienis van uitkeringsinstantie UWV.
Dat blijkt uit een rondgang van de Volkskrant langs juristen en vakbondsbestuurders over een fenomeen dat officieel niet bestaat. Vakbonden willen er niet aan en ook het UWV moet er weinig van hebben. De uitkeringsinstantie heeft geen gegevens over het aantal werknemers dat deeltijdontslag krijgt.
Maar in december vorig jaar kreeg de Amsterdamse kinderopvangorganisatie IJsterk van het UWV toestemming om tientallen medewerkers in de naschoolse opvang deeltijdontslag te verlenen. Want, zo redeneerde de werkgever: volledig ontslag, waarbij per leeftijdsgroep de werknemers met het kortste dienstverband zouden moeten opstappen, zou tot ingrijpende personeelsverschuivingen leiden. De kwaliteitsnorm die stelt dat er altijd twee vaste gezichten op de groep moeten zijn, zou in gevaar komen. Het regionale UWV-kantoor stond afwijzend tegenover het deeltijdontslag, maar liet zich overtuigen van de ‘onvermijdelijkheid’ – een ontsnappingsclausule die kan worden gebruikt als het bedrijfsbelang in het geding is.

Een andere kinderopvangorganisatie in de Randstad kreeg in april van dit jaar van het UWV een vergunning voor deeltijdontslag van tientallen medewerkers. ‘Het regiokantoor ging akkoord omdat het niet anders kon’, zegt Charlotte Koopman van De Koning Vergouwen Advocaten in Amsterdam, die de organisatie bijstond. Op landelijk niveau moet het UWV er niets van hebben, beaamt ze, ‘maar op regionaal niveau weten ze wat er leeft’. Koopman signaleert een kanteling in de houding bij UWV-kantoren in de regio. ‘Ze moeten wel. Vooral in de kinderopvang heb je soms geen alternatief. Vaak zijn er al ontslagen gevallen op het hoofdkantoor en bij de groepshulpen; daarna komen de pedagogisch medewerkers in zicht. Als je te veel vestigingen sluit ontstaat er een stoelendans van leidsters. Ouders willen de favoriete leidsters van hun kind niet missen; voor je het weet vertrekken er nog meer klanten.’

Instemmen
Er is nog een andere route naar deeltijdontslag, die vanwege de onvoorspelbare houding van het UWV populairder is. Daarbij wordt individuele werknemers gevraagd in te stemmen met een vaststellingsovereenkomst met minder uren. Dit komt op vrij grote schaal voor, zegt Abvakabo-bestuurder Hans Wijers (welzijn, kinderopvang en jeugdzorg). ‘Het gebeurt vaak op basis van gedwongen vrijwilligheid. Werknemers werken soms liever een paar uur minder dan dat ze het risico lopen om hun baan te verliezen.’ Het UWV wordt er volgens Wijers buiten gehouden. ‘Als iedereen met wederwijds goedvinden een paar uur inlevert, kraait er geen haan naar en het blijft volledig buiten de statistieken.’
Jacqueline Lauwen van Bernhaege advocaten in het Brabantse Veghel heeft de laatste anderhalf jaar zeven keer geholpen bij informeel deeltijdontslag bij bouwbedrijven, meubelfabrieken en architectenbureaus. ‘Vooral bij kleinere organisaties wordt deze vorm van deeltijdontslag gezien als een goede oplossing’, zegt Lauwen. Elise van Pelt van Knegtmans Advocaten in het Brabantse Westerhoven heeft het afgelopen jaar een stuk of zes bedrijven met dezelfde strategie terzijde gestaan. Daarbij ging het vooral om bedrijven in de bouw met werknemers met specifieke vaardigheden. Het is een tijdelijke oplossing, benadrukt Van Pelt; als de zaken weer aantrekken, krijgen de werknemers hun volledige contract terug. ‘Zo hoeven ze straks niet opnieuw opgeleid te worden.’ Dwang werkt volgens Van Pelt alleen maar demotiverend. ‘Een goede uitleg scheelt veel. Als ze weten dat van de tien collega’s drie of vier moeten verdwijnen terwijl iedereen gespaard blijft als ze wat inleveren, krijgt het een gezicht.’

Deeltijdontslag vertoont enige gelijkenis met de deeltijdww, waarmee bedrijven na de crisis van 2008 door de overheid geholpen werden. Maar anders dan bij die tijdelijke maatregel biedt de werkgever bij deeltijdontslag meestal geen garanties over terugkeer. Werknemers staan voor een dilemma. Wat is te verkiezen: de kans hun baan te verliezen of preventief instemmen met urenverlies, in principe aangevuld met een uitkering? Werknemers hebben pas recht op een uitkering als ze meer dan vijf uur of meer dan de helft van hun contract kwijtraken. In sectoren waar de banen in rap tempo verdwijnen, kiezen werknemers vaak eieren voor hun geld. Er zijn in de kinderopvang zelfs gevallen bekend van teams die spontaan aanboden om gezamenlijk uren in te leveren.

De vakbonden zijn kritisch. ‘Met kleine contracten komt de economische zelfstandigheid van werknemers in gevaar’, zegt Ilse van der Weiden van de Abvakabo. ‘Het is veel moeilijker om iets te vinden naast je deeltijdbaan dan om aan een volledig nieuwe baan te komen.’ Als na deeltijdontslag toch weer een reorganisatie volgt, kan dat voor degenen die korter zijn gaan werken bovendien een lagere WW-uitkering betekenen. Liever goed snijden dan iedereen laten inleveren, vindt Van der Weiden dan ook. ‘Je vraagt directieleden van Shell toch ook niet bij tegenslag een paar uur in te leveren?’

Volkskrant, 18-12-2013

 

[kader] Arno, werkt langer dan vijf jaar als verkoper bij Nijhof Bouw en woonwaren
‘In september werden tijdens een bijeenkomst zestien medewerkers naar voren geroepen om een deeltijdontslagovereenkomst in ontvangst te nemen; ik was daar één van. De directeur zei dat wij vrijwillig de helft minder moesten gaan werken om de rest te ontzien. Het was onduidelijk waarom wij hiervoor waren uitgekozen. In het contract stond dat de uitkering tot 92,5 procent zou worden aangevuld, maar er stond niks over wat er zou gebeuren na het opsouperen van het WW-recht. Collega’s die niet zoveel hebben opgebouwd, krijgen daarvoor geen compensatie. De directeur weigert de vakbond inzage te geven in de cijfers. We hebben alle zestien geweigerd. Eentje twijfelde, maar wij vroegen hem: waarom zou je het doen? Als je tekent draag je zelf het risico, niet de werkgever. Bij het Juridisch Loket en het UWV zeiden ze ook: niet tekenen, je zou wel gek zijn. Gelukkig hebben we van onze collega’s positieve reacties gekregen. Op de dag des oordeels hebben we elk uur gemaild dat we geen gebruik wensten te maken van het aanbod. Daarop heeft Nijhof een memo rondgestuurd waarin stond dat wij schuldig waren aan wat komen ging. Onlangs hebben zes collega’s hun ontslag aangezegd gekregen.’ (Arno is een pseudoniem)

[kader] VDL: nèt niet
Toen vorig jaar bleek dat VDL Bus moest reorganiseren, bleek maar liefst 80 procent van de zeshonderd werknemers van het bedrijf bereid om een vaststellingsovereenkomst te tekenen voor deeltijdontslag. Uiteindelijk werd het afgeblazen omdat VDL de werknemers elders aan het werk kon zetten. Opmerkelijk genoeg stond het UWV positief tegenover de plannen. Deeltijdontslag is in de regio Eindhoven geen vies woord, mits als tijdelijke maatregel, met garanties voor baanbehoud en salariscompensatie. Dat heeft te maken met een deeltijd-gedoogpraktijk die de laatste jaren in de regio Eindhoven gegroeid is, legt Ron van Baden, bestuurder van FNV Bondgenoten, uit. ‘De maakeconomie in onze regio is afhankelijk van wereldwijde schommelingen. VDL kampte met tegenvallende resultaten, maar wilde wel speler blijven. We hebben toen samen gezocht naar een regeling die zoveel mogelijk op de oude deeltijdregeling zou lijken, waarbij het contract overeind blijft.’ Het liefst had FNV Bondgenoten alles collectief dichtgespijkerd, maar bij deeltijdontslag kan de bond niet in de individuele rechten van werknemers treden. ‘Daardoor bleef het een persoonlijke afweging.’