Kleine musea hebben voor- en nadelen. Kneuterigheid ligt op de loer, maar het intieme karakter is een plusplunt. Bij het Beatlesmuseum krijgt iedereen die het wil een persoonlijke rondleiding, soms vergezeld van een snufje botte humor. In de rubriek Wat doen we? in Trouw-magazine Tijd.
Nederland is een kei als het gaat om kleine musea. Elk dorp heeft er wel eentje, al dan niet opgericht door een hobbyist met een uit de hand gelopen verzameling. Daar is niets mis mee, want veel gevestigde museacollecties, zo niet de meeste, hebben hun wortels in particuliere verzamelingen. Bovendien slagen pak hem beet het Radiomuseum in Reusel, het Museum voor de Vrouw in Echt, de Sigarenmaker in Bergeijk en het Kristalmuseum in Borculo er sinds jaar en dag in om een breder publiek te trekken dan de gevestigde musea. De term ‘museum’ is overigens niet beschermd: u kunt vandaag nog uw eigen museum oprichten.
Het Beatlesmuseum in Alkmaar is typisch zo’n uit de kluiten gewassen privéverzameling. Wel eentje met een regio-overstijgende aantrekkingskracht: Beatlespelgrims komen van heinde en verre – veel Duitsers, en laatst weer iemand uit Maleisië – maar ook toeristen met Alkmaarse kazen en Nederlandse passanten vallen er binnen. Vandaag heeft eigenaar en Beatleskenner Azing Moltmaker (55) een oudere Engelse collega-verzamelaar en diens vrouw over de vloer. Zij vindt dit museum ‘homelier’ dan het Beatlesmuseum in Liverpool, laten ze hoffelijk weten. Moltmaker verzekert hen dat zijn collectie veel completer is dan die van de concurrent. ‘De eigenaar van het museum in Liverpool heeft een hekel aan Nederlanderse bezoekers, omdat zij altijd zeggen dat deze beter is’ (lachsalvo). Zijn ‘megacollectie’ bestaat uit een slordige vierduizend elpees, cd’s, boeken plus merchandise. ‘Er zijn nog een paar vergelijkbare privécollecties in Nederland, maar die zijn nergens te zien. Je moet delen wat je hebt, vind ik.’
De presentatie van de overdadig aanwezige parafernalia in het langwerpige winkelpand is verzorgd. Je kunt er als geïnteresseerde leek doorheen, maar ook als op details beluste verzamelaar. Speciale aandacht is er voor het eerste optreden van de Beatles in Nederland, op 6 juni 1964. Ze speelden in het Noord-Hollandse dorpje Blokker in een afgelegen veilinghal, bang als men was dat de hysterische taferelen uit de hand zouden lopen. Verder zijn er geboorteaktes van bandleden, contracten, platenhoezen, kledingstukken en gouden platen. In vitrines is te zien hoe overal ter wereld werd meegelift op de populariteit van de vier. Er is Beatlesshampoo en Beatleshaarpommade – begrijpelijk -, maar ook Beatlesplakband en Aziatische Beatlesmottenballen. Andere hoogtepunten zijn een door de band gesigneerde grammafoonspeler (onlangs door een hondenliefhebber als betaling geaccepteerd voor een rashond, en daarna doorgespeeld naar de verzamelaar), een piepklein sixties-tienerkamertje en een vitrine met kleding van John Lennon, incusief houten elektrische gitaar en zwarte puntige enkellaarsjes.
Persoonlijke aanpak
Klassieke angst bij het bezoek aan een klein museum: je bent er zó doorheen, maar moet urenlang luisteren naar de verhalen van de niet te remmen conservator. Bij het Beatlesmuseum hebben ze een balans gevonden. ‘Vind je het prettig als ik er wat bij vertel?’, vraagt Sifra, de vrouw van Moltmaker, bij binnenkomst. Wél moeten klanten bestand zijn tegen humor van de eigenaar, die naar eigen zeggen met zijn geintjes wel eens bezoekers wegjaagt. Zoals die vrouw die kwam vragen of zij op foto’s stond van het Beatlesbezoek aan Nederland: ‘Nee, ik zie geen oud grijs vrouwtje’, antwoordde hij; hij kan er nog smakelijk om lachen. Maar een persoonlijke benadering is onontbeerlijk voor zo’n museum. Zo hoort hij soms mooie verhalen van bezoekers. Zoals de man die zich als kind door een technicus in een kist naar binnen liet smokkelen bij het optreden van de Beatles in Blokker. Laatst kreeg hij een Beatlescollectie kado, 51 kisten groot, van een man die naar het verzorgingstehuis ging.
Veertig jaar geleden verwierf de toen vijftienjarige Azing voor het eerst een Beatlessingletje; Michelle, ‘eigenlijk een waardeloos nummer.’ Toen hij erachter kwam dat singletjes met de meest uiteenlopende hoezen verschenen, sloeg hij aan het verzamelen. Moltmaker laat Zweedse versies van She loves you zien, gedrukt in verschillende kleuren. ‘Of kijk naar deze bijzondere proefpersing gemaakt in Costa Rica, die meneer uit Engeland stond te watertanden toen hij hem zag.’ Ander voorbeeld: een in de VS uitgebrachte platenhoes waarop de Beatles poseren in witte doktersjassen. ‘Dat is iets waar verzamelaars op kicken.’ Hoesvarianten, die zijn honderden tot soms enkele duizenden euro’s waard. Moltmaker schreef 57 boeken over de Beatles.
Samen met de Engelsman lopen we nog even naar Beatlesmuseum II, dat zich honderd meter verderop in een kelder onder een winkelpand bevindt. Een grote ruimte die binnenkort wordt uitgebreid tot 250 vierkante meter, volgepropt met collector’s items. Waar de gemiddelde bezoeker nu toch echt begint af te haken – er is een grens aan wat een leek wil zien – is de Engelsman definitief om. ‘You’ve got a lovely collection’, verzucht hij. Alkmaar-Liverpool: één-nul.
Beatlesmuseum, Kanaalkade 21a Alkmaar. Toegang € 2,50. Dinsdag/zaterdag 11.00-17.00. www.beatlesmuseum.nl
Trouw, 16 november 2013