Bij binnenkomst in het voormalige hoofdpostkantoor Rotterdam aan het Coolsingel schoot door me heen: we kunnen ook gewoon lekker helemaal niks doen vanmiddag en een paar uur om ons heen gaan kijken; alleen maar een beetje staren naar het enorme gewelf boven ons. Want dat is wat het kathedraal-achtige gebouw met de bezoeker doet: het brengt je in shock and awe. Alsof de bouwers van weleer uit waren op een verpletterende religieuze ervaring, en niet zozeer op klanten die weer eens een rolletje zegels kwamen kopen.
Afgelopen vrijdag vulden Koos Havelaar, NAi/010 Uitgevers en ikzelf een stukje van die indrukwekkende publiekshal, om ons boek Herbestemming van Postkantoren ten doop te houden. Een gemêleerde groep van postliefhebbers, architectuur- en herbestemmingsprofs, kennissen, vrienden en een paar journalisten was van de partij. ‘Ik kwam bijna in verleiding om het buiten-dienst-bordje van de paternoster mee te pikken’, vertrouwde Ingmar Heytze ons toe. (De paternoster is een doorlopende lift zonder deuren, waarvan er in Nederland nog maar zeven zijn.) Ook maakte hij zich boos over de leegstand van het postkantoor Utrecht aan het Neude en vervolgens droeg hij een set geweldige gedichten voor.
130.000 vierkante meter
Het begeleiden van de rondleiding was nog niet zo eenvoudig. In het halve uurtje daarvoor had oud-medewerker Cock Meijer me een aantal anekdotes en wetenswaardigheden verteld, terwijl ik intussen probeerde de route door het immense gebouw in mijn hoofd te prenten. Toen ik zelf aan de beurt was (mede-auteur Koos begeleidde de andere groep) kon ik mijn eigen aantekeningen niet meer lezen, dus ging het met losse flarden uit het hoofd. Niettemin vonden de bezoekers het een geweldige ervaring om door dit leegstaande gebouw te lopen. Zo werd mooi zichtbaar hoe groot de oppervlakte is waar een bestemming voor moet worden gevonden. Waar vroeger eindeloze rijen telefonistes zaten en later schakelkasten, heerst nu zaal na zaal een grote leegte. Met een oppervlakte van 130.000 vierkante meter was het door Bremer ontworpen hoofdpostkantoor van Rotterdam (1923)destijds het grootste en meest state of the art exemplaar van Nederland.
Nog een grappig weetje van een andere oud-medewerker: in het marmer van sommige loketten zaten goed zichtbare, prehistorische fossielen, iets waar met regelmaat speciale bedevaartgangers op af kwamen.
Ja, het postkantoor zit vol met grote en kleine verhalen, dat werd opnieuw bewezen. Ben erg benieuwd of er dit jaar schot komt in de invulling van het hoofdpostkantoor Rotterdam, zoals mij tijdens het schrijven door de uitbater werd gesuggereerd.
Dank aan Eelco en Marije van NAi/010, Ingmar Heytze en ASR Vastgoed, voor het gebruik van het gebouw.
en wat is er /gaat er met de prachtige vloer gebeuren , waarvoor ik met mijn kinderen speciaal naar Rotterdam ging om daar de fossielen in de vloer te bekijken , jaren zeventig was dat…
Beste Eva Huizinga, wat leuk om te lezen. Ik hoorde iets soortgelijks van een oud-medewerker, die zei dat de fossielen in de balies zaten. Het moeten wel mooie fossielen geweest zijn als mensen er speciaal voor naar het postkantoor kwamen. Jammer dat ik ze niet gezien heb.
Beste Annette,
Ik was bij de presentatie. Jammer dat ik, geboren en getogen in Rotterdam, nu pas hoor over die fossielen. Toch even op onderzoek uitgegaan en dit gevonden: http://www.natuurtijdschriften.nl/document/348291
Geschreven door de oude Van Deinse, die docent was op het Erasmiaans Gymnasium, dat toen nog gewoon Gymnasium Erasmianum mocht heten.
Beste Theo,
Prachtige vondst. Samenvatting voor geïnteresseerden: Voor fossielen hoeven we niet naar het buitenland, ook in Rotterdam is er op straat veel moois te vinden. De mooiste voorbeelden zijn te vinden in het voormalige postkantoor van Rotterdam. Auteur Van Deinse raadt aan wel een ‘electrische lantaren’ mee te nemen vanwege het slechte licht. Bij binnenkomst in de hal rechts moeten we kijken op het onderste deel van de muren. Daarbij moeten we kijken bij de loketten 46, 44, (ook de blauwgrijze stoepsteen), bij de telegraaf (43, 44) ‘hier vindt men een rechte schelp, haast 50 cm lang’; bij loketten 31, 32, 34, 37, 38, 40, 41 en 42. Het gaat hierbij om schelpen die verwant zijn aan de nautilusschelp.
Hopelijk wordt het gebouw binnenkort weer openbaar toegankelijk, zodat we op speurtocht kunnen.