Ik schrijf maandelijks voor het vakblad van de kinderopvang, Management Kinderopvang. Daarnaast is het leuk om af en toe in publieksbladen de grotere trends te kunnen belichten.
Zoals mijn verhaal in FD over de voorliefde van ouders voor smaakvolle kinderopvangcentra met ‘iets extra’s.’
Alles voor je kind in smaakvol kinderparadijs
Ouders kunnen tegenwoordig hun kinderen naar crèches sturen met net dat beetje extra. De een heeft een enorme natuurontdektuin, de tweede een huisbioscoop met restaurant en de derde een tweetalig educatieprogramma. Om kinderen te plezieren, maar ook de ouders. ‘Een crèche waar ze de hele dag maar een beetje rondhangen, vind ik niks.’
Muziekdocent en singer-songwriter Stephanie (35) en consultant Fonger (33) wonen in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Toen zij voor hun zoontje Felix (bijna 2, gestoken in een gebreid wollen vest) een crèche zochten, wisten ze in ieder geval wat ze níet wilden. Geen bedompte, soms stinkende benedenwoning van zestig vierkante meter die nauwelijks berekend is op het herbergen van grote groepen kinderen. ‘En niet van die schreeuwerige posters met semi-leuke Disneyfiguren en primaire kleuren’, zegt Ruijsenaars stellig. Sinds vorig jaar heeft hun kind een plek bij kinderdagverblijf Hestia, ook in de Rivierenbuurt. Het net opgeleverde, onder architectuur gebouwde pand wordt binnen gedomineerd door ongelakt hout en glas. Er is een toneelverkleedruimte, een bibliotheek, een buitenatelier en een grote natuurontdektuin. In de centrale ruimte domineert een knalgele keuken en een houten podium voor het kookeiland. Op iedere groep staan Engelstalige en Nederlandse leidsters.
‘Wel fijn dat zoiets moois zomaar middenin de stad kan’, zegt Ypma. Maar belangrijker dan een mooi onderkomen vinden hij en zijn vriendin de pedagogische werkwijze die het kinderopvangcentrum hanteert. Het is gebaseerd op Reggio Emilio, en gaat uit van de ‘oneindige’ creativiteit van kinderen in een zintuiglijk rijke omgeving. ‘Felix kan hier zichzelf zijn en wordt gestimuleerd in zijn interesses’, zegt zijn moeder, die eerder bij de organisatie als pedagogisch coach werkte. Hij gaat graag op strooptocht, en hier mag dat.’ Tussen de middag helpen kinderen mee in de keuken, waar de warme biologische maaltijd bereid wordt. Bij alle activiteiten staat de behoefte van de kinderen centraal. Ruijsenaars: ‘De leidsters slaan hier niet een standaard boekje open en zeggen: dit gaan we doen.’
Omdat zuurstof een diepe slaap zou bevorderen, slapen de baby’s in de buitenlucht. Dik ingepakt, in kleine houten hokjes met matrasjes. Dat gaat prima tot een gevoelstemperatuur van tien graden onder nul, aldus een leidster. Ook de peuters krijgen binnenkort onder een afdakje buiten hun eigen stretchers. Hestia-directeur Ileen Purperhart heeft in de loop der tijd gemerkt dat stedelingen de tuin van de crèches erg belangrijk vinden. ‘Al bij onze eerste vestiging in de buurt van het WTC zag ik dat ouders vooral vielen voor onze wilde tuin en de moestuin. Nadat ze een oriëntatierondje hadden gemaakt langs de andere crèches in de buurt, kwamen de meesten weer terug. Ook degenen in strakke pakken.’
Lifestyle
Steeds meer ouders willen een crèche met extra’s. Het gewone kinderdagverblijf met een standaard interieur en dito pedagogisch beleid is bij deze doelgroep – hoog opgeleid en bemiddeld – op z’n retour. Zij nemen geen genoegen met een magere zeven. Een ondernemer van een luxe kinderopvangorganisatie merkt op: ‘Ouders die hun kind naar de opvang brengen, hebben een permanent schuldgevoel. Het gevoel van kwaliteit haalt de druk van de ketel.’ Het bekendste, bijna karikaturale voorbeeld van een luxe crèche is Villa Vondel in Amsterdam Zuid, een vestiging met zilveren bestek, kroonluchters en sjieke gordijnen. Hoogtepunten zijn de bioscoop en het restaurant, waar ouders ’s ochtends kunnen mee-ontbijten. Want, vindt de directeur: het moet beter zijn dan thuis. Zelfontplooïng is daarbij cruciaal. Bij de Hestia-verstiging in de Rivierenbuurt komen volgens Fonger Ypma zowel bemiddelde ouders uit de buurt als creatievelingen. ‘Het zijn allemaal ouders die bewust in het leven staan.’
De interieurs van de moderne kwaliteitscrèche van het bovenste segment zijn bij voorkeur voorzien natuurlijke materialen. Het zijn geen plastic kinderparadijzen, maar huiselijke villa’s, waar houten speelgoed de boventoon voert. Celine Broekhuizen, directeur van het Haagse kinderdagverblijf Villa Bloom: ‘Wij vinden dat kinderen al genoeg kleur van zichzelf hebben.’
Jarenlang was er weinig keuze in de wereld van de crèches. Wachtlijsten ontnamen ondernemers de prikkel om rekening te houden met de wensen van de klant. Na de invoering van de Wet Kinderopvang (2005), die bepaalde dat ouders voortaan zelf de rekeningen gingen betalen en de bijdragen van overheid en werkgever terugvragen, werd klantgerichtheid belangrijker. Nu het Rijk steeds minder bijdraagt aan de kosten van de kinderopvang, smelten de wachtlijsten als sneeuw voor de zon. Kinderopvangorganisaties moeten zich gaan profileren, anders redden ze het niet. Vooral in rijke gemeentes in de Randstad – de regio’s Amsterdam, Zoetermeer en Den Haag – duiken steeds meer crèches op in het hogere segment. Zij spelen met allerlei voorzieningen in op de lifestyle van drukke tweeverdieners. Dat betekent in ieder geval warme, veelal biologische maaltijden. Ook kunnen ouders makkelijk extra dagen afnemen – bij een doorsnee crèche vaak lastig-, zijn ze vroeger open en sluiten ze later hun deuren.
Villa Bloom biedt drukke ouders een transportationservice. ‘Bij het ophalen hebben de kinderen alle benodigde voedingsstoffen van de dag al binnen’, zegt Broekhuizen. De organisatie afficheert zich als ‘partner in de opvoeding.’ De leidsters spreken Nederlands en Engels, en er is een educatief programma dat de kinderen voorbereidt op de internationale school. Omdat de meeste kinderen hier fulltime zijn, is er een strakke daily routine. De kinderen gaan veel naar buiten, er is wekelijks yoga en toneelles in de gymzaal, en muziekles. De opvang richt zich voornamelijk op expats en internationale gezinnen, maar ook Nederlanders die hechten aan tweetaligheid. Broekhuizen begon haar kinderopvangorganisatie vorig jaar. Als adviseur van ondernemers in de kinderopvang kwam ze erachter dat hier sprake was van een gat in de markt. ‘Ouders zijn veeleisender geworden, op een heel plezierige manier. De tijd dat je zomaar wat kon doen, is voorbij.’
Uitgedaagd
Als Nederlands gezin werden Eline van Leeuwen – kunstenaar en jurist in het dagelijks leven – en Jan-Paul Agema – jurist bij een internationale onderneming – vooral aangesproken door het vele buiten spelen en het biologische eten van Villa Bloom. Hun zoon Faas (2,5) gaat, anders dan de meeste kinderen hier, hoogstens twee dagen per week naar de crèche. Zijn zus Fien (4,5) bezoekt hier tijdens vakanties de after school. Hoewel hun kinderen straks niet naar de internationale school gaan, is voor Agema de tweetaligheid een trekpleister. ‘Ik werk voor een groot internationaal bedrijf, op mijn werk spreekt iedereen Engels.’ Wat ze hier aantreffen is, denken ze, kenmerkend voor hoe de wereld van hun kinderen er straks uitziet: met gemengde culturen en internationaal. ‘Het is goed voor Faas om daar al zo vroeg mogelijk mee vertrouwd te raken.’
Hun zoon wordt hier door het educatieve programma constant uitgedaagd, vinden ze. Normaal gesproken komen kinderen moe en hangerig uit de crèche, aldus de ouders; hier niet. Ze hebben het gevoel dat kinderen op andere crèches soms de hele dag maar wat rondhangen, tot ze worden opgehaald. ‘De kinderen worden hier gestimuleerd om te leren, om zelf dingen te doen. Energizing. Faas kan al in het Engels tot tien tellen. Het is ongelooflijk hoe ontvankelijk jonge kinderen zijn voor taal.’ Zijn ouders denken dat Faas meer open en leergierig is dan hij anders geweest zou zijn. ‘Als hij hier is, wordt een stukje opvoeding van ons overgenomen’, zegt zijn moeder. ‘Toen Fien drie werd, vroegen we op onze vorige crèche aan de leidsters of ze meer uitdaging kon krijgen. Dat was moeilijk. Hoogstens kreeg ze een extra puzzeltje.’
Afhankelijk van het gekozen arrangement kan de uurprijs bij kinderdagverblijven in het hogere segment oplopen tot rond de acht euro, zo’n twee euro boven de door het rijk vergoede uurprijs. Op jaarbasis een behoorlijk bedrag, maar dat vinden ouders zoals Van Leeuwen en Agema geen probleem. ‘We weten niet precies wat de gemiddelde uurprijs is. Maar we hebben het er graag voor over, gezien de extra’s.’ Villa Bloom zit qua prijs nét onder die van Villa Vondel. Broekhuizen: ‘We willen zo toegankelijk mogelijk blijven. Dat zijn we nu al niet voor iedereen, maar we proberen het wel.’
Eindig
De ideale crèche staat symbool voor de samenleving die de ouders voor hun kind wensen. Waar het ene kinderdagverblijf volop anticipeert op school en toekomst, zoekt de ander het in creativiteit en geborgenheid. Het is de periode waarin ouders hun kinderen nog zoveel mogelijk dichtbij proberen te houden. Daarna zal hun kroost onherroepelijk deel gaan uitmaken van het systeem; basisschool, middelbare school en de rest – een fase waarop ouders aanmerkelijk minder invloed zullen hebben.
Dat beseft ook Rianne van de Wetering (stewardess), moeder van Florine (2,5) en een tweede kind op komst. Haar dochter heeft een plek in het Fantaziehuis in Utrecht. Bij deze kinderopvangorganisatie staan de zintuigen centraal. Als baby heeft Florine eens in haar luier op een zeil op de grond met yoghurt geschilderd. En vorige week speelde ze met een memoryspel van houten schijfjes met glitters erop, of stukken wol. Het belangrijkste pluspunt vindt Rianne de vrijheid die haar kind krijgt. Bij het Fantaziehuis is de weg belangrijker dan het doel. ‘We leven in een competatieve samenleving en je moet als kind al vrij snel allerlei dingen kunnen. Dat is bij onze crèche absoluut niet aan de orde. Ik moet mezelf wel eens corrigeren, dan denk ik: heeft ze nou nog steeds geen mooie portfolio met werkjes?’ Ze beseft dat die vrijheid eindig is. ‘Ooit moet ze gaan presteren. Daar zijn we realistisch in.’
Aan de muren in de gang hangen spreuken over fantasie, en maandelijks is er een expositie met kunstwerken van de kinderen. De kinderen kunnen vrij putten uit een grote knutselbak met de meest uiteenlopende knutselmaterialen, zoals hergebruikte spullen. De speelzaal op de bovenverdieping heeft meubilair op z’n kop aan het plafond hangen. Er is een grote natuurspeeltuin met waterpomp en een moestuin en er wordt dagelijks toneelgespeeld, gedanst en gezongen. Florine is dankzij de crèche opmerkzamer geworden, vindt haar moeder. Ook zelf is ze zich bewuster geworden van haar zintuigen. ‘Als ik door de stad loop en Florine zit ergens aan, probeer ik niet meer te zeggen: doorlopen, of dat is vies. Als je hurkt een meekijkt naar wat er op de grond ligt, wat er te zien en te ruiken is, ben je je veel bewuster van alles.’ Sinds kort is het gezin Van de Wetering verhuisd naar de andere kant van de stad. Om de hoek zit een crèche waar ze zó terecht zouden kunnen, maar ze blijven waar ze zijn. ‘Dan maar omslachtig iedere keer twintig minuten heen en weer rijden met de auto. Dat doen we met alle liefde.’